RAZENDE ROELAND

De serie over Razende Roeland is bedoeld voor kinderen vanaf 7 jaar, die veel van spannende ridderverhalen houden.

Deel 1, Een ware held, is verschenen in maart 2006
Deel 2, De olifant, is verschenen in februari 2007

Klik op één van de twee omslagen als je meer over het boek te weten wilt komen:


Een ware held

Uitgeverij Lannoo
ISBN 90 8568 351 3


De Olifant
NIEUW!
Uitgeverij Lannoo
ISBN 90 8568 382 7



In alle verhalen rond Karel de Grote zien wij wel een keer zijn neef Roeland optreden, meestal als aardige, dappere held. In de middeleeuwen was Roeland echter het allerberoemdst vanwege zijn heldhaftige einde in de slag bij Roncevalles. Dit verhaal leefde voort als het Roelandslied: een dramatisch verslag van de laatste dappere daden van deze voorbeeldige ridder. Dit lied was de hele middeleeuwen lang een tophit en werd tijdens lange, donkere winteravonden gezongen voor een publiek van ridders en andere ijzervreters.
Roeland is een typische Karelridder: eer en trouw staan bij hem voorop. Latere ridders kregen ook oog voor andere zaken, zoals het opkomen voor weduwen en wezen en het vechten in dienst van een vereerde vrouw. Van dat soort dingen is in de tijd van Karel en Roeland nog geen sprake. Roeland leefde ongeveer van 750 tot 775 in een periode die wij ook wel de donkere middeleeuwen noemen. Karel de Grote was druk bezig zijn rijk te vormen en het christendom was nog lang niet overal doorgedrongen. Een van de meest christelijke landen in die tijd was Ierland en Karel de Grote liet dan ook klerken en missionarissen uit Ierse en Engelse kloosters komen om hier het christendom te verbreiden.

Grimmar Mankepoot is de knecht van Roeland in deze serie, maar hij heeft niet echt bestaan. Hij is echter wel geďnspireerd op een gedichtje van een Ierse klerk die in Karels rijk werkte in de vroege negende eeuw. In het Nederlands gaat het ongeveer zo:

Ik en Pangur Bán, mijn kat,
hebben soortgelijke taken.
Op muizen jagen is zijn plezier
Ik jaag de hele nacht op woorden.

Liever dan aardse roem te vergaren
zit ik hier met boek en pen.
Pangur is het met mij eens.
Ook hij houdt zich bij zijn taak.

Het is verrukkelijk te zien
hoe gelukkig we samen zijn,
wanneer we thuis zitten
en ons vermaken met onze geest.

Vaak kruist een muis
toevallig Pangurs pad;
net zo vaak vang ik een betekenis
in het net van mijn gedachten.

Op de muur richt hij zijn blik,
de hele tijd, scherp en sluw,
Op de muur der kennis richt ik
al mijn bescheiden wijsheid.

Wanneer een muis uit zijn hol schiet,
O, wat is Pangur dan blij!
O, wat een plezier heb ik,
als ik een probleem oplos!

Zo vervullen we in vrede onze taken,
mijn kat Pangur Bán en ik.
Onze kundigheden zijn ons geluk,
ik heb de mijne, hij de zijne.

Door dagelijks te oefenen
wordt Pangur een perfecte jager.
En ik word wijzer, dag en nacht,
terwijl ik licht schep in de duisternis.

Deze Ierse klerk woonde in een klooster in Oostenrijk en hield domweg van zijn witte kat. Hij had net zo goed hier en nu kunnen leven, zo menselijk is dit gedichtje. Grimmar is net zo’n menselijke figuur: hij denkt eigenlijk zoals wij, niet als een ridder. Hij snapt al dat ridderlijke gedoe vaak helemaal niet en laat zijn Ierse hersens kraken om een handige uitweg te vinden. Handig is weliswaar minder eervol, maar vaak ook minder bloedig! Menigmaal redt hij Roeland en zijn ridders uit de problemen. Helaas zijn ze hem niet altijd even dankbaar, maar om dat goed te maken, verzint Grimmar gewoon een heldhaftig verhaal voor aan de feestdis!

Wie wél echt heeft bestaan, is Gwidekijn of Widukind van Saksen. Widukind was de aanvoerder van de Saksen in de oorlog tegen Karel de Grote. Om zijn eigen edelen bijeen te houden wilde Karel graag de strijd aanbinden met de heidense Saksen. Zo vochten de edelen tenminste samen tegen een vijand buiten het rijk en konden ze onderling geen oorlog voeren. Karel de Grote werd ontzettend populair door zijn oorlog tegen de Saksen. Zijn edelen kregen prachtige landerijen in het land van de Saksen en de Kerk mocht overal kloosters stichten. Maar het heeft Karel wel de nodige moeite gekost: twintig jaar heeft de strijd geduurd en al die tijd was Widukind Karel telkens weer te slim af. Uiteindelijk, na een vreselijk bloedbad in Verden (782) waarbij meer dan 4000 Saksen op bevel van Karel werden vermoord, keerde het tij en in 785 liet Widukind zich dopen. Tot zijn dood leefde hij als Saksisch edelman op zijn eigen goederen en zijn nakomelingen zijn opgegaan in de Duitse adel.
Omdat hij uiteindelijk christen werd, is ook Widukind in de middeleeuwen als held blijven voortleven. Er was een bekend verhaal aan hem gewijd (Gwidekijn van Sassen), dat helaas verloren is gegaan. Slechts vier bladen hebben de eeuwen overleefd. Daarop kunnen we een verslag lezen van het beleg van een Saksische stad door Roeland en Elegast. De heer van die stad was de reus Fledrik, die ook in deel 1 en 2 van de Razende Roelandreeks voorkomt.