HET LIED VAN HEER HALEWIJN

'Heer Halewijn zong een liedekijn en al wie dat hoorde wou bij hem zijn...'
Zo begint een eeuwenoud lied over de dapperre prinses Wynn die in de ban raakt van de zanger Halewijn. Ze besluit hem te volgen naar het Woud van de Eeuwige Lente, maar dan ontdekt ze iets vreselijks: het lied van heer Halewijn maakt dat je alles vergeet. Zal ze ooit nog thuis komen? Gelukkig heeft ze nog haar eigen lied.

Het lied van heer Halewijn kan twee dingen betekenen: het lied dat door Halewijn gezongen wordt en het lied dat over Halewijn gaat. Beide betekenissen komen in het verhaal voor. Heer Halewijn is zelf een zanger en zingt een betoverend lied, maar anderzijds maakt een van de hoofdpersonen aan het eind van het verhaal een lied over heer Halewijn.
Dit Sprookverhaal is gebaseerd op een echt middeleeuws lied over heer Halewijn, dat je achter in het boek kunt vinden. Het lied is waarschijnlijk heel oud, zo oud dat we niet precies weten hoe oud. Het mooie van liedjes is namelijk dat ze gezongen worden, van generatie op generatie. Veel liederen hoorden ooit bij een of ander godsdienstig ritueel, verwijzen naar een mythe of naar een heldhaftige daad. In ieder geval moet er een reden zijn om het lied te blijven zingen.
Bij Het lied van heer Halewijn is dat zeker zo: het bezingt de heldendaad van een prinses die een zanger, die vele meisjes van het leven heeft beroofd, op zijn beurt onthooft. Dit is een oeroud thema. Denk maar aan het beroemde verhaal over Theseus die voorkomt dat Atheense jongens en meisjes aan de Minotauros worden geofferd. Ook kun je het lied interpreteren als een lied dat handelt over de seizoenen: een mooi meisje (de lente of vruchtbaarheid) wordt ontvoerd naar het dodenrijk, waardoor het winter wordt. Pas als ze zich weet te bevrijden wordt het weer voorjaar. Ook in de Grieks-Romeinse mythologie bestaat een dergelijk verhaal, waarbij de dochter van de godin van de landbouw de helft van het jaar bij de koning van de onderwereld moet wonen, en in de Germaanse mythologie moet de godin van de jeugd steeds weer worden 'uitgeleend' aan de winterreuzen, om na een poosje weer door de goden te worden bevrijd.
Heer Halewijn stamt waarschijnlijk uit de Germaans-Keltische mythologie, dat wil zeggen de Noordwest-Europese verhaaltraditie. Daarvoor zijn twee aanwijzingen:
(1) Halewijns slachtoffers worden allemaal opgehangen en dat was de manier waarop Germanen gewoonlijk hun offers brachten (ook wij hangen bijvoorbeeld nog steeds ballen in de kerstboom).
(2) Wanneer Halewijns hoofd is afgeslagen, praat het gewoon door. In de Keltische mythologie komen meer pratende, afgeslagen hoofden voor.
Daarom is Het lied van heer Halewijn geschreven als een Keltisch sprookje, waarin de mythische figuur van Halewijn afkomstig is uit de Andere Wereld, waar geen tijd bestaat en waar gewone stervelingen alles vergeten: wie ze zijn, waar ze vandaan komen en wat hun levensdoel is.
Heer Halewijn verlaat zo nu en dan zijn rijk om een mooi jong meisje te halen. Iedereen weet: wie heer Halewijn volgt, keert nooit terug. Prinses Wynn is echter zonder het zelf te weten goed voorbereid door de oude zieneres Veleda, die ooit zelf in de Andere Wereld is geweest. Ze is vastbesloten niet te vergeten wie ze is en waar ze vandaan komt en dat is uiteindelijk haar redding.

Venster sluiten