AFSCHEID VAN ARTHUR

De jonge ridder Grein is op zoek naar het laatste restje van Arthurs beroemde rijk, maar het lijkt wel van de aardbodem te zijn verdwenen. Tot hij aan de oever van een meer een oude kluizenaar vindt die hem vriendelijk onderdak biedt. De kluizenaar begint te vertellen en langzaam ontvouwt zich de geschiedenis van Arthur en zijn ridders: hun avonturen, hun vriendschappen, hun liefdes en uiteindelijk één allesverwoestende vete. De kluizenaar blijkt niemand minder te zijn dan Lancelot, de beroemdste ridder van de Ronde Tafel en de enige die alles heeft overleefd.

Afscheid van Arthur is voor Agave Kruijssen de kroon op het werk: zo'n twaalf jaar werkte zij aan de reeks sprookverhalen en dit boek is de spetterende finale. Dat betekent natuurlijk niet dat je alle andere sprookverhalen moet hebben gelezen om aan dit boek te kunnen beginnen. Niets is minder waar: Afscheid van Arthur staat op zichzelf en als er naar eerdere verhalen wordt verwezen, dan worden die zo nodig op een andere manier opnieuw verteld, gewoon omdat je ze niet vaak genoeg kunt horen.
In één opzicht wijkt dit laatste boek af van andere sprookverhalen: het is een verhaal in de ik-vorm. (Alleen in Vrije val is dat ook het geval.) Lancelot vertelt Grein en de lezer zijn eigen versie van het verhaal over Arthur en zijn ridders. Hij is op dat moment stokoud en hij kijkt terug op zijn lange, veelbewogen leven. Hij vertelt echter niet alleen over zichzelf, maar ook over zijn allerbeste vriend Walewein, die hij door-en-door heeft gekend. Die delen over Walewein lijken misschien nog het meest op de eerdere sprookverhalen.
Een ander verschil is dat er niet één enkel avontuur wordt verteld, maar een compleet netwerk van avonturen. Dat komt doordat de schrijfster net als de middeleeuwse vertellers allerlei verhalen met elkaar heeft vervlochten tot één lang avontuur. In de middeleeuwen probeerden vertellers (sprooksprekers) hun publiek avond aan avond te boeien met een verhaal dat het liefst de hele winter duurde. Middeleeuwers hadden een geweldig geheugen voor verhalen en ze vonden het leuk om al die verhalen met elkaar in verband te brengen. Hoe ingewikkelder, hoe beter.
In het Nederland van de veertiende eeuw leefde er in Voorne een machtige edelman die aan een toen heel bekende schrijver de opdracht gaf een Arthurroman te schrijven die precies één winter moest vullen. Die schrijver heette Lodewijk van Velthem en met vijf schrijvers (kopiïsten) ging hij aan de slag om alle toen bekende middelnederlandse Arthurverhalen te verknopen tot één geheel. Twee dikke boeken waren na vijf jaar monnikenwerk het resultaat, twee dikke boeken met Lancelot als hoofpersoon. Helaas is het eerste boek verloren gegaan, maar het tweede boek is nog altijd de belangrijkste bron van alle nu nog bekende Middelnederlandse verhalen over koning Arthur en zijn ridders. Dit boek staat bekend als de Lancelotcompilatie of het Haagse Handschrift, of de Haagse Lancelotcompilatie. Ook voor eerdere sprookverhalen heeft Agave Kruijssen al uit dit werk geput. Voor Afscheid van Arthur gebruikte zij het laatste deel uit dit boek, Arturs doet (Arthurs dood), maar daardoorheen weefde zij allerlei andere verhalen over Arthur, deels uit de Lancelotcompilatie, deels uit ander werk van de schrijver Jacob van Maerlant (Historie van de Grale - Boek van Merline). Voor een deel ook verzon zij zelf verhalen, of beter: ze kwamen als vanzelf op, want als je heel lang met bepaalde hoofdpersonen werkt, gaan ze hun eigen leven leiden.
Al deze spannende, grappige, romantische en droevige verhalen samen vertellen de dramatische geschiedenis van Arthur en de ridders van de Ronde Tafel. Dat gebeurt niet voor het eerst, zul je zeggen, dus waarom zou je het nog een keer doen? De belangrijkste reden is dat Agave Kruijssen altijd terugkeert naar de middeleeuwse bron en het verrassende is, dat je daar vaak een heel ander verhaal aantreft dan het verhaal dat nu wordt verteld in modernere boeken en films. Wij zijn gewend aan het verhaal over Arthur, Lancelot en Gwinnevere. Zoals bekend was Arthur met Gwinnevere getrouwd, maar Lancelot en Gwinnevere waren verliefd op elkaar. In moderne versies gaat Arthurs rijk ten onder omdat die verboden verhouding aan het licht komt.
Voor een middeleeuwer zou dat verbijsterend zijn. Bijna niemand in adellijke kringen trouwde in de middeleeuwen uit liefde. Een huwelijk werd gesloten om politieke of economische redenen. Je liep dus een grote kans verliefd te worden op iemand met wie je niet getrouwd was. De liefde (minne) tussen Lancelot en Gwinnevere was een voorbeeld voor iedereen die iets dergelijks doormaakte, ook voor de bedrogen echtgenoot. Overspel was iets waar je als redelijke mensen een nette oplossing voor kon verzinnen. Het was zeker geen reden om oorlog te voeren of een koninkrijk op het spel te zetten.
In de ogen van de middeleeuwse luisteraar was die liefde dus niet het echte probleem. Dat hebben wij ervan gemaakt, omdat wij nu wél uit liefde trouwen en huwelijkstrouw heel belangrijk vinden. Nee, voor de middeleeuwer speelde een heel ander probleem: de plotselinge vijandschap tussen de twee vrienden en strijdmakkers Lancelot en Walewein, want door die vijandschap viel de orde van de Ronde Tafel uiteen. Toen konden allerlei kwade krachten de overhand krijgen, zoals Mordred die uit was op het koningsschap. Hoe dat precies is gegaan kun je nu lezen in Afscheid van Arthur: het échte verhaal over Arthur en zijn ridders van de Ronde Tafel. Geen waargebeurd verhaal, maar voor de luisteraars van toen net zo levensecht als soaps en andere tv-series voor het publiek van nu, omdat het gaat over gevoelens die niemand vreemd zijn: vriendschap, liefde, trouw, eer en haat.

Venster sluiten